UITGEBREIDE INFO
Broedvogel | Trekvogel, doortrekker en wintergast | De aantallen graspiepers zijn de laatste decennia sterk afgenomen onder invloed van intensivering van de melkveehouderij. Veruit de grootste aantallen graspiepers broeden immers op boerenland. Buiten de intensief gebruikte graslanden is het beeld veel minder negatief; er zijn ook gebieden waar een duidelijke toename is geconstateerd. Voor 1998-2000 wordt de populatie op 70.000 - 80.000 paren geschat. | Open gebieden met een tamelijk korte vegetatie, met daarin liefst ook overjarige gras- of heidepollen. Daarin wordt het nest verstopt. In het gras worden insecten en ongewervelde dieren (vaak wormen en rupsen) gezocht. |
NOG MEER INFO VOOR DE KENNERS
Passeriformes | Kwikstaarten (Motacillidae) | Insecten en andere ongewervelden, 's winters ook zaden | 70.000 tot 80.000 paren | 3 - 5, soms tot 7 | Twee legsels per jaar | Wintergast in (zeer) groot aantal | Doortrekker in (zeer) groot aantal | Jaarvogel | Graspiepers trekken door en weg in zuidwestelijke richting | Ja | Nee | Nee |
ANDERE SITES:
klik hier voor meer site's |